Wat is OroMyofunctionele Therapie (OMFT)

Wat is OroMyoFunctionele Therapie (OMFT)

OroMyoFunctionele Therapie oftewel OMFT, is een oefentherapie die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren in en om de mond. Afwijkende mondgewoonten zoals mondademen, en duimen of op een speen zuigen kunnen het evenwicht tussen de mondspieren verstoren. Dat veroorzaakt een afwijkende tongligging in rust, een afwijkende tongbeweging tijdens het slikken en het heeft in veel gevallen een negatief effect op de uitspraak (slappe, onduidelijke articulatie, slissen en lispelen). Oro-Myofunctionele Therapie pakt de oorzaak aan van één of meerdere problemen en niet alleen de gevolgen van het verkeerde evenwicht tussen de spieren.

Wanneer bepaalde spieren of spiergroepen in en om de mond niet goed functioneren, heeft dit vrijwel altijd een direct gevolg voor de vorm en de ontwikkeling van het gebit en/of de kaken. Vaak is er dan ook sprake van een articulatiestoornis; addentaal (met de tong tegen de tanden) of interdentaal (met de tong tussen de tanden) spreken en een verkeerde manier van slikken.

Wanneer OMFT?

OroMyofunctionele Therapie wordt ingezet wanner er sprake is van een of meer van de onderstaande verschijnselen.

  • Mondademen
  • Een verkeerde stand van tanden, kiezen of kaken
  • Na orthodontische of kaak corrigerende behandelingen
  • Duimzuigen, vingerzuigen en/of speenzuigen
  • wanneer er bij volwassen patiënten problemen zijn bij het op zijn plaats blijven zitten van een gebitsprothese
  • Bij spraakmoeilijkheden zoals lispelen of slissen
  • Bij moeilijkheden met slikken, afwijkend slikken of eten
  • Wanneer er sprake is van een smal en hoog verhemelte
  • Bij een verkeerde tongpositie in rust
  • Allerlei ander ongewenst tonggedrag zoals bijvoorbeeld tongpersen
  • Bij kaakgewrichtsklachten en andere kaakproblemen
  • Voorafgaand aan een orthodontistische behandeling als blijkt dat er sprake is van afwijkende mondgewoonten
  • Bij relaps na orthodontische behandeling

Mogelijke gevolgen van afwijkende mondgewoonten

Afwijkende tongligging

Gebit

Bij zuiggewoonten als duim- of speenzuigen, worden de boventanden naar voren gedrukt. Hierdoor kan een gebitsverandering ontstaan, zoals een open beet of een overbeet.

Tongligging in rust

De tong ligt bij duim-, vinger-, of speenzuigen onderin de mond, tegen óf tussen de tanden. Hierdoor kunnen de tanden naar voren geduwd worden.

Slikken

Wanneer bij het slikken de tong tegen of tussen de voortanden gedrukt wordt, is er sprake van een verkeerde manier van slikken. Dit heeft negatieve gevolgen voor de kaak- en gebitsstand.

Articulatie

De afwijkende tongligging kan ook gevolgen hebben voor de articulatie: een verkeerde uitspraak van met name de s en z, maar ook de uitspraak van de t, d, n, en l kunnen worden beïnvloed. Deze klanken worden dan met de tong tegen of tussen de tanden uitgesproken.

Concentratie

Het zuigen kan een kind zo rustig maken dat het kind geen aandacht meer heeft voor andere zaken, zoals bijvoorbeeld de uitleg van een leerkracht op school. Het kind is dromerig en niet voldoende geconcentreerd.

Houding

Je zou het niet zo snel verwachten, maar de ligging van de tong heeft invloed op de algehele lichaamshouding. Vaak zie je een ingezakte houding, waarbij de onderrug rond is en er een knik ontstaat in de hals.