Kinesiotaping
Kinesiotaping
Kinesiotaping – dat eind jaren zeventig werd ontwikkeld door de Japanse Chiropractor Kenzo Kase – wordt binnen de fysiotherapie wordt inmiddels uitgebreid toegepast. De methode is echter nog vrij nieuw binnen de logopedie. Taping blijkt ook een goede ondersteuning binnen de logopedische behandeling.
De tape die gebruikt wordt is een elastische tape die lijkt op de huid, met een huidvriendelijke lijmlaag. Nadat de huid is schoongemaakt wordt de tape met speciale technieken opgebracht. Bij het juist aanbrengen van de tape worden eerst de spieren op rek gebracht, waarna de tape wordt aangebracht. Afhankelijk van de gebruikte techniek kan de tape tussen de vier en tien dagen blijven zitten. In die tijd kun je er alles mee doen: sporten, douchen en zelfs zwemmen!
Ik maak gebruik van de volgende tapingtechnieken
Spiertechniek/ myofasciale techniek: De tape geeft een impuls aan de spieren om ze te ontspannen of juist aan te spannen, net wat nodig is.
Ligamenttechniek: zorgt voor drukvermindering bij pijnpunten
Fascie en/of correctie techniek: deze techniek heeft invloed op de bindweefsellagen. Middels een ‘jingling’ techniek worden de fascie in beweging gebracht. Deze techniek wordt gebruikt bij de neus- en voorhoofdsholtes, houding en facialis parese.
Cross tapes: rasterpleistertjes voor pijnpunten, triggerpoints. De tape is elektromagnetisch geladen waardoor het zelfherstellend vermogen van het lichaam wordt aangesproken.
Klachten waarbij Kinesiotaping gebruikt kan worden
Hypertonie in de spieren van en rond het strottenhoofd: gespannen stemgeving, gevoel van een brok in de keel, slikklachten
Kaakklachten: Spreken met een gespannen kaak
Afwijkende mondgewoonten: open mondgedrag, kwijlen
Houdingcorrectie, spanning in de schouders
Snurken