Onlangs kreeg ik deze vraag: “Ik heb sinds 15 maanden long covid en de sportarts stelde bij mij hypOventilatie vast (vooral tijdens inspanning). Maar over hypoventilatie (itt hyperventilatie) kan ik weinig vinden en ook de ademfysiotherapeut kon mij niet helpen.” Zoals ik Leonie antwoordde houd ik zelf niet zo van de term hyper(of hypo)ventilatie, ik ben meer geïnteresseerd in de kláchten die je ervaart dan in het label dat we erop plakken. Maar dat gezegd hebbend, de termen worden gebruikt, hypoventilatie was ik nog niet vaak tegengekomen en dus vond ik het de moeite waard in de vraag te duiken.
Ademen doet je met het middenrif en de borstkasspieren. Tijdens de inademing nemen de longen zuurstof op. Zuurstof wordt via het bloed vervoerd naar de rest van het lichaam. Daar wordt het zuurstof gebruikt om energie te kunnen leveren. Als het lichaam energie gebruikt, komt er koolzuurgas vrij. Dit koolzuurgas wordt via het bloed weer terug naar de longen vervoerd, waarna het vervolgens wordt uitgeademd. De hoeveelheid uitgeademde CO2 levert de prikkel tot een nieuwe inademing. Is er veel CO2 aanwezig dan heeft het lichaam het idee dat er weer ingeademd moet worden. Hoe lager het CO2 gehalte, des te langer wacht het lichaam met opnieuw inademen.
Hyperventileren betekent letterlijk ‘te veel ademen’ (voor dat wat je op dat moment aan het doen bent). Door het snelle ademen, adem je te veel koolzuurgas uit. Hierdoor verandert de zuurgraad in het lichaam. Deze verandering kan allerlei klachten veroorzaken. De hoeveelheid zuurstof in je bloed blijft echter onveranderd. Hoewel dat wel zo kan voelen heb je dus niet daadwerkelijk een zuurstoftekort.
Bij hypoventilatie adem je juist te weinig in relatie tot dat wat je aan het doen bent, je ademt dan te weinig koolzuur uit en ademt soms te weinig zuurstof in. Hierdoor stijgt het koolzuurgehalte in het lichaam en kan het zuurstofgehalte dalen. Benauwdheid is het gevolg.
De eerste klachten van hypoventilatie ontstaan vaak tijdens het slapen of bij inspanning. Dit heeft te maken met het feit dat je tijdens het slapen onbewust en minder diep ademt. Bovendien lig je tijdens het slapen vaak plat. Om ruimte te maken voor de longen moet het middenrif dan de buik wegdrukken, en kost het ademen meer moeite. Tijdens inspanning kun je klachten krijgen, omdat je dan meer zuurstof nodig hebt en meer koolzuur moet uitademen. Adem je te weinig, dan adem je dus te weinig CO2 uit en krijgt het lichaam geen inademingsprikkel. Je kunt je dan benauwd voelen.
Omdat de ademhaling overdag bewuster en actiever kan zijn, kun je het teveel aan koolzuur gedurende de dag wel kwijt. Maar deze actievere ademhaling kost veel energie. Soms is het praten dan moeilijker of krijgt je een zwakkere stem.
In tegenstelling tot hyperventilatie, kan hypoventilatie uiteindelijk gevaarlijk zijn. Tijdens het slapen kan het koolzuurgehalte ongemerkt fors oplopen. Problemen met het ademen kunnen ook snel verergeren bij griep of verkoudheid. Dit komt omdat het lichaam dan meer energie nodig heeft en je daarom meer zuurstof zou moeten inademen.
Soms is echter geen sprake van echte hypoventilatie, maar van een zeer lage ademfrequentie. Dit komt vaak doordat je onbewust je adem inhoudt. Er is zelfs een naam voor: e-mailapneu, omdat veel mensen achter de computer hun adem blijken in te houden. De adem inhouden gaat vaak samen met het vastzetten van de buik. Dus observeer eens of je de neiging hebt dat te doen, en elke keer als je merkt dat je het doet laat dan je buik los. Meestal volgt een diepe inademing.
Sommige mensen merken niks van hun ademhalingsproblemen. Dit kan komen omdat de ademhalingsproblemen heel langzaam ontstaan en je eraan gewend raakt. Daarnaast kunnen deze klachten ook optreden bij hyperventilatie, dus is eigenlijk alleen het zuurstofgehalte in het bloed een aanwijzing of er sprake is van hyper- of hypoventilatie.
Hyperventilatie komt veel vaker voor dan hypoventilatie. Hypoventilatie komt vooral voor bij obesitas en bij long-gerelateerde klachten zoals dat bij long covid het geval kan zijn. Soms is door corona het longvlies aangetast. Om je longen liggen twee vliezen, tussen deze vliezen zit een beetje vocht. Dit vocht zorgt ervoor dat de longvliezen goed over elkaar kunnen schuiven bij het uitzetten van de long tijdens de inademing. Wanneer door een doorgemaakte corona infectie de long is aangedaan kunnen deze vliezen geïrriteerd raken. Zelfs als de actieve infectie over is blijkt dat deze longvliezen dan niet meer goed over elkaar kunnen glijden. Het inademen zal hierdoor meer weerstand ondervinden. Het middenrif, je belangrijkste ademspier, kan hierdoor overbelast en gespannen raken.
Bij benauwdheid heeft het middenrif het moeilijker om goed in te ademen, dit kan klachten geven rond de aanhechtingspunten van deze spier. Het kan aanvoelen als een strakke band rond de onderste ribben en achter het borstbeen. Omdat je moet blijven ademen ga je compenseren door meer gebruik te maken van je zogenoemde hulp-ademhalingsspieren. Deze kleine tussenribspiertjes kunnen helpen bij het uitzetten van de hele borstkas. Daarnaast kunnen de spieren in onze nek helpen bij de inademing. Maar deze spieren tussen de ribben en in de nek zijn niet primair bedoeld voor de ademhaling, dit is uit compensatie. Deze spieren kunnen de ademhaling prima een tijdje ondersteunen, maar na verloop van tijd zullen ze hierdoor overbelast raken. Dit resulteert in nekpijn of pijn en stugheid rond de borstkas.
Waar je dus voor wilt zorgen is dat er meer CO2 wordt uitgeademd, zodat het lichaam de prikkel krijgt om in te ademen en dat het bloed de ingeademde zuurstof goed kan opnemen.
Nuttige oefeningen kunnen zijn:
Omdat hypoventilatie in tegenstelling tot hyperventilatie gevaarlijk kan zijn, is het belangrijk de zuurstofwaarde in het bloed bij deze oefeningen goed in de gaten te houden. Ik raad dan ook ten zeerste aan deze oefeningen onder begeleiding van een ervaren ademtherapeut te doen wanneer er sprake zou kunnen zijn van hyopoventilatie.